OERLE - Het papegaaienpark in Oerle voldoet aan alle eisen die gelden voor dierenopvang. Dit blijkt volgens Peter van den Baar, voorzitter van de Raad van Toezicht, uit recent onderzoek van de Algemene Inspectiedienst (AID). Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV), waar de inspectie onder valt, zegt geen mededeling te mogen doen over AID-onderzoeken. Het Oerlese park is deze week in opspraak geraakt door een uitzending van het Tros-programma Radar, waarin een verband werd gelegd tussen sterfte onder papegaaien en kwaliteit van de verzorging. De AID heeft de Stichting Nederlandse Opvang Papegaaien (NOP) in oktober vorig jaar uitvoerig onderzocht. Medewerkers keken onder meer naar de administratie, de kwaliteit van de leefruimtes en de verzorging. Ook werden de chips gecontroleerd om uit te sluiten dat er dieren in het park zitten die afkomstig zijn uit de handel. "Alles werd in orde bevonden. Er waren wel een paar kleine opmerkingen", zegt Van den Baar. Alle aanbevelingen worden opgevolgd, benadrukt hij. "Zo mogen vrijwilligers voortaan geen vogels van particulieren meer aannemen. Dat mag alleen nog de dierenarts, want die kan gericht vragen stellen over de ingebrachte dieren."
De jaarlijkse sterfte onder papegaaien in het NOP is met circa 14 procent van de populatie tamelijk hoog, maar dat ligt vooral aan de conditie van de dieren die worden opgenomen, zeggen deskundigen.
Ton Dorresteijn, directeur van Diergaarde Blijdorp in Rotterdam, vindt een percentage 'niet maatgevend'. "De sterfte in een opvangpark, waar voortdurend dieren binnenkomen die zwak, ziek en misselijk zijn, is per definitie hoger dan de sterfte in een dierentuin met een vaste populatie."
Lesly Dicky, directeur van de European Association of Zoos and Aquaria (EAZA) bevestigt dit. "De sterfte lijkt hoog, maar veel dieren die bij het NOP binnenkomen zijn oud en ziek."
Het NOP heeft het lidmaatschap van de EAZA aangevraagd, maar dat is afgewezen op basis van de ingediende documenten. Er was volgens Dicky geen sprake van grote tekortkomingen, het ging eerder om details.
Blijdorp-directeur Dorresteijn begint maandag, op verzoek van de Raad van Toezicht met een onderzoek naar opvang in het NOP.
Het NOP-bestuur heeft een advocaat gevraagd om uit te zoeken of er aanleiding is om Radar voor de rechter te dagen, zowel strafrechtelijk als civiel. Van den Baar: "Er is sprake van imagoschade, er is gefilmd met een verborgen camera en er is een deel van de boekhouding gestolen."